Beeldmerk klein zonder ondertitel

Wat kunt u verwachten in de eerste periode na de amputatie? Welke nieuwe dingen gaat u leren en hoe kunt u zelf bijdragen aan een goed herstel? En hoe verzorgt u het overgebleven deel van uw arm of been?

Werken aan herstel

De periode direct na het ondergaan van een amputatie is een intensieve tijd. Uw lichaam moet herstellen van de operatie en de wond moet zo goed mogelijk genezen. Het overgebleven deel van uw arm of been moet voorbereid worden op het dragen van een eventuele prothese en u gaat werken aan uw conditie.

We gaan in dit hoofdstuk vooral in op de lichamelijke aspecten, maar een amputatie is natuurlijk niet alleen voor uw lichaam een ingrijpende gebeurtenis. Ook mentaal en emotioneel heeft dit gevolgen en ook op dit gebied wordt er veel van u gevraagd. Hier leest u meer over in Emoties en verwerking. En niet alleen voor uzelf maar ook voor de mensen in uw omgeving verandert er veel. Meer hierover vindt u in Relaties en seksualiteit.

Vraag én geef informatie

Tijdens uw opname in het ziekenhuis en tijdens uw revalidatie is het belangrijk dat u alles aangeeft waar u vragen of twijfels over heeft. U krijgt te maken met verschillende behandelaars, zoals artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en orthopedisch technici. Het helpt als zij een goed beeld hebben van wat u voelt en ervaart. Wees dus niet te veel onder de indruk van al die mensen met witte jassen, maar blijf opkomen voor uzelf! Zie ook Informatie en regie.

Eerste confrontatie

Het overgebleven deel van uw arm of been wordt in de regel aangeduid met de term ‘amputatiestomp’ of kortweg ‘stomp’. Vlak na de operatie zit hier een dik verband omheen. Meestal zorgen één of meer drains (afvoerbuisjes) ervoor dat overtollig vocht uit de wond wordt afgevoerd.

Al snel zult u geconfronteerd worden met het geamputeerde lichaamsdeel tijdens de wondverzorging. De verpleging zal u hierbij begeleiden. Het kan ook prettig zijn als er iemand van thuis bij is.

Ondanks de begeleiding kan dit toch veel impact hebben. Het kan dan ook fijn zijn om hier met een deskundige over te praten, bijvoorbeeld met een psycholoog of maatschappelijk werker uit uw revalidatieteam. Schaamt u zich niet om hier hulp bij in te schakelen, dit kan u enorm helpen bij uw herstelproces.

Ook voor uw partner of familie kan de eerste confrontatie lastig zijn. Aarzel niet om ook hierover uw vragen en zorgen aan te geven en voor hen begeleiding te vragen.

In het begin was ik doodsbenauwd voor de stomp van mijn man, ik durfde er niet naar te kijken en hem niet aan te raken. Ik vond het gewoon eng, maar daarnaast confronteerde het mij ook met het feit dat mijn man ineens gehandicapt was. Hij was nog hartstikke jong en hij was iemand die heel veel deed, altijd weg was, overal heen ging en dat kon ineens niet meer, hoe moest dat verder? In het revalidatiecentrum hebben ze mij stapje voor stapje begeleid. Eerst lieten ze me alleen foto’s zien, die ze maakten als het gips gewisseld werd, en bij de eerste keer aanraken was er iemand bij me. Zo kon ik langzaam wennen, dat was fijn.’